zondag 23 januari 2011

Mida Creek

Mida Creek is een van onze favoriete weekend-uitstapjes.
De kreek ligt op een goede 2 uur rijden, ten noorden van Mombasa, net onder Malindi. We logeren er steeds in het Eco Camp, dat naast een dorpje van de lokale Giriama-gemeenschap ligt. In Eco Camp kun je logeren in een van de drie hutten in traditionele stijl, of je tent opslaan. Als je op voorhand je bestelt, krijg je 's avonds lekkere vis of inktvis. In Eco Camp en het dorp is er geen stroom, dus als de zon er om 7 uur onder gaat, zijn er veel sterren te zien. Het is er dus heel rustig, en Kato en Fien komen er graag spelen in het zand, of achter de kippen aan rennen. Waarschijnlijk vanwege de opwarming van het zand kan het er heel heet worden, we maten telkens 38 graden.

De kreek maakt deel uit van een natuurpark, met aan de landzijde het laatste stuk van het kust-regenwoud dat zich ooit uitstrekte van het zuiden van Somalië tot in Mozambique, en in zee een natuurpark rond de riffen van Watamu. Bij eb ontstaat er in de kreek een grote zandplaat, waar allerlei soorten wadvogels eten komen zoeken. Voor vogelaars is het dus een paradijs, met allerlei soorten ooievaars, ibissen, reigers, en ook een kolonie flamingo's. Het wad krioelt van de slakken, wormen, heremietkreeften, ...
Bij vloed staan de mangroves met hun wortels in het water, en bieden daar bescherming voor de visjes die er volwassen worden. Tussen de wortels is ook de slijkspringer te vinden, een vis die graag uit het water kruipt. Ook oesters gedijen goed aan en tussen de wortels, en zijn erg lekker.

Vanuit Eco Camp kun je kanotochtjes maken op de kreek, of het dorp bezoeken en kennis maken met de manier van leven van de Giriama. Een deel van de inkomsten van het Eco Camp gaan naar een schooltje voor de kinderen.


Giriama hut

Swahili hut

Zanzibar hut




Ooievaar





Slijkspringer op een tak tussen de mangroves

zaterdag 15 januari 2011

Fort Jesus

Wij zijn buren van Fort Jesus - het fort ligt aan het einde van onze straat (zie kaart).

Op 11 april 1593 begon João Batista Cairato, hoofdarchitect van Portugees Indië, met de bouw van Fort Jesus, zo staat het te lezen boven de ingang van het fort. De opdracht kwam van koning Filips (I van Portugal, II van Spanje), die met een reeks versterkingen aan de Afrfikaanse oostkust een mogelijke Ottomaanse aanval in de Indische Oceaan wilde bemoeilijken. Fort Jesus moest ook de bevolking van Mombasa onder controle houden; de sultan van Malindi was een Portugese bondgenoot, maar de Mombasanen moesten er niets van weten en stonden altijd heel vijandig tegenover de Portugezen. Het fort moest dus zowel de ingang van de kreek domineren, als de stad onder schot kunnen houden.
De bouw van het fort heeft lang aangesleept, want het uithakken van versterkingen in de harde koraalsteen viel erg tegen. Lang hebben de Portugezen niet van hun inspanning kunnen genieten. Al in 1631 werden ze voor de eerste keer verjaagd, en in 1698 moesten ze definitief het veld ruimen voor de Omanieten, die tot de onafhankelijkheid van Kenia in 1963 vanuit Muscat (en later vanuit Zanzibar) de Kust bestuurden.

Nu is Fort Jesus de parel aan de kroon van de National Museums of Kenya, en een van de belangrijkste toeristische attracties van Mombasa. Het fort herbergt een klein museum, waar niet veel spectaculairs te zien is: wat dingen die bij archeologische opgravingen aan de Kust zijn gevonden, wat lokale gebruiksvoorwerpen, een postzegelverzameling, en wat half vergane reproducties van oude kaarten van Mombasa. Rondlopen in het fort en op de muren is veel leuker, met een mooi uitzicht op de zee en de oude stad. In een van de gebouwen zijn nog muurschilderingen bewaard van Portugese soldaten en zeelieden die zich verveelden. Verder wordt er nog een gebouw getoond dat volgens de lokale verhalen een slavenhuis zou zijn geweest, waar de Portugezen slaven opsloten om ze daarna naar Brazilië te verschepen. Slavernij is hier zeker aanwezig geweest, maar ik twijfel of de Portugezen daar zo prominent in aanwezig waren (en zeker niet voor de export naar Brazilië). Slavernij was eerder een Arabische aangelegenheid, waar de Swahilis aan de Kust graag een graantje van meepikten - maar deze versie van het verhaal horen ze hier niet zo graag.

Fort Jesus is een van de verplichte nummertjes voor schoolreizen en iedere dag staan er wel ene paar bussen met scholieren voor de poort. Verder vinden er in Fort Jesus ook allerlei evenementen plaats, zoals optredens, concerten, luxueuze etentjes met obers in Omanitische kledij, ...