We logeren twee nachtjes op een kampplaats vlak naast het meer. 's Nachts komen de nijlpaarden rond de tenten luid snuivend en brullend/loeiend op zoek naar eten. Zolang je in je tent blijft, kan er niets gebeuren - de paar milimeter tentzeil zijn voldoende beschutting tegen een paar ton lillend vlees. Dus: niet meer gaan plassen tijdens de nacht, en stil blijven liggen. Toch wel spannend, met twee kleine kinderen, maar Kato en Fien vonden het allemaal OK.
Overdag moet je opletten voor de krokodillen, als je dicht bij de rand van het meer komt. Dus: picknicken met je gezicht naar het meer, dan zie je ze aankomen. Echt grote krokodillen hebben we niet gezien (ze worden hier tot 2,5 meter), wel een paar kleinere van een goede meter.
De vissers op het meer zijn niet bang van de krokodillen. Volgens hen is er genoeg vis in het meer, zodat de krokodillen geen mensen aanvallen. Dat hoopten we maar, tijdens onze kanotocht naar eiland. Verschroeiend heet was het, en het vulkanische landschap doet er nog een schepje bovenop. Wel mooi, met de woestijnroos.
We waren van plan om rond het meer te rijden, en dan westwaarts richting Mount Kenia. Maar dat werd ons afgeraden, omdat de weg te slecht was, alleen echte landroovers konden er rijden, en vanwege de veiligheid want er zaten bandietenbendes. Dus reden we van hieruit terug in de richting van het zuiden, naar onze volgende stop aan Lake Bogoria.
Onze tent, tussen onze auto en een boom, beschut tegen de nijlpaarden. |
Ontbijt, met een oogje op de krokodillen |
Nijlpaarden hebben een gevoelige huid en moeten zich overdag beschermen tegen de zon. 's Nachts komen ze uit het water om te grazen. |
Een bepaald soort neushoornvogel |
Visarend |
De Massai die rond het meer wonen, zijn de enigen die zich helemaal hebben toegelegd op visvangst |
woestijnroos |
Goliathreiger, de grootste reigersoort |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten